Inspirerende praktijken en uitspraken


Bouwsteen Visie

Doel 1

"Onze school oriënteert breed vanuit een holistisch perspectief (interesses, leerresultaten, zelfsturende vaardigheden,…)."

  • Voor de klassenraad verzamelen we zoveel mogelijk informatie. Hoe hard heeft de leerling zich moeten inzetten voor die resultaten? Ook het profiel van die leerling wordt meegenomen. Wat doet die leerling graag? En wat kan die leerling goed, waar loopt die leerling nog tegenaan? Hoe wordt de leerling van thuis uit gesteund of eventueel gepusht om die keuze te doen? We willen zoveel mogelijk informatie, een totaalbeeld, om de afweging voor advies te kunnen maken.
     
  • In de 1ste graad staat het geloof in de groei van leerlingen en hun interesses zo breed mogelijk verkennen centraal. Door het geloof in groei willen we leerlingen alle kansen geven tijdens de schoolloopbaan en zicht krijgen op hun interesses, abstraherend vermogen en vaardigheden.  De oriëntering is opgebouwd rond het GPS van de leerlingen, het Groeien in Persoonlijk Succes. Hiertoe kunnen de leerlingen kiezen voor 2 leerpaden, 18 school overschrijdende horizons waarin verschillende talenteneilanden aan bod komen. Deze talenteneilanden bevatten verschillende vaardigheden die geëvalueerd worden in een horizonrapport. 

  • Op het einde van het jaar wordt rekening gehouden met een positieve evolutie indien er goede wil is en een groeimarge, ook al is het resultaat nog niet uitmuntend. 
     
  • Bij het delibereren, zowel voor advies als attest, wordt gekeken hoe een leerling het schooljaar beëindigd heeft: bijvoorbeeld: heeft de leerling studiebegeleiding gevolgd, heeft de leerling voor bepaalde vakken remediëring gekregen? Dan brengen we mee in rekening of dat goed gelopen is, of er een positieve effect is, … Als we zien dat een leerling zich daar heel hard voor heeft ingezet, maar toch nog niet die resultaten behaalt die we wensen, dan proberen we dat altijd toch ook te benoemen voor die leerling. 


Share by: