Informatie verzameld via deze website wordt niet gedeeld met derden.
Hier kan je het cookie- en privacybeleid van UCLL terugvinden.
Informatie verzameld via deze website wordt niet gedeeld met derden.
Hier kan je het cookie- en privacybeleid van UCLL terugvinden.
Visie
Doelen voor de bouwsteen VISIE
Onze school oriënteert breed vanuit een holistisch perspectief (interesses, leerresultaten, zelfsturende vaardigheden,…).
Binnen de visietekst van onze school staat de oriënterende rol van de eerste graad centraal.
Onze school communiceert transparant naar het schoolteam, de leerlingen én de ouders over de vereiste competenties (kennis, vaardigheden én attitudes)om een bepaalde studierichting te kiezen.
Onze school onderneemt concrete acties op het niveau van het schoolteam, de leerlingen en de ouders om de domeinen en finaliteiten als evenwaardig te zien.
Onze school heeft een goed zicht op de thuissituatie van de leerlingen en neemt concrete acties om de impact van de thuissituatie op de onderwijsloopbaan van leerlingen te verkleinen.
Onze school sluit vooroordelen en stereotyperingen uit bij het toekennen van een oriënteringsadvies of attest.
Hieronder kan je per doel en subdoel de reflectievragen lezen.
Wil je graag alle reflectievragen bij elkaar voor deze bouwsteen?
Klik dan op onderstaande knop om het overzichtsdocument te downloaden.
DOEL 1
Onze school oriënteert breed vanuit een holistisch perspectief (interesses, leerresultaten, zelfsturende vaardigheden,…).
Reflectievragen
- Hoe doorslaggevend zijn de behaalde resultaten (punten) bij het formuleren van een studieadvies?
- Welke rol wil de school dat de evaluatie van richtingsvakken (STEM, economie, wetenschappen,…) spelen in het oriënteringsproces?
- Hoe tracht de school een breed beeld te krijgen van elke leerling?
- Hoe bewaakt de school een holistisch beeld van elke leerling?
- Op welke manier neemt de school de resultaten en feedback van de gevolgde keuzes en basisoptie(s) mee in het oriënteringsproces?
- Welke elementen van het functioneren van een leerling worden besproken bij het geven van een studieadvies?
- Welke elementen van het functioneren van een leerling krijgen het meeste gewicht bij een studieadvies?
- In welke mate is het advies van de oriënterende klassenraad gebaseerd op de interesses van de leerlingen?
- Hoe worden de zelfsturende vaardigheden van leerlingen meegenomen bij het geven van een studieadvies?
Wil je graag inspirerende praktijken ontdekken? Klik dan op de knop hieronder.
SUBDOELEN
Klik op een subdoel om de bijhorende reflectievragen te zien.
Inspirerende praktijken krijg je te zien door op de knop "Inspirerende praktijken" te klikken.
DOEL 2
Binnen de visietekst van onze school staat de oriënterende rol van de eerste graad centraal.
Reflectievragen
- Op welke manier wordt de visie op oriëntering beschreven?
- Op welke manier bewaak je als school dat leerlingen breed georiënteerd worden wanneer je een zeer specifiek aanbod hebt in de bovenbouw?
- Wat is de visie op een B-attest met en zonder positief advies voor zittenblijven én een C-attest?
Wil je graag inspirerende praktijken ontdekken? Klik dan op de knop hieronder.
SUBDOELEN
Klik op het subdoel om de bijhorende reflectievragen te zien.
DOEL 3
Onze school communiceert transparant naar het schoolteam, de leerlingen én de ouders over de vereiste competenties (kennis, vaardigheden én attitudes)om een bepaalde studierichting te kiezen.
Reflectievragen
- In welke mate vindt de school het wenselijk om transparant te maken welke overwegingen er gemaakt worden om tot een bepaald studieadvies te komen?
Wil je graag inspirerende praktijken ontdekken? Klik dan op de knop hieronder.
SUBDOEL
Klik op het subdoel om de bijhorende reflectievragen te zien.
Inspirerende praktijken krijg je te zien door op de knop "Inspirerende praktijken" te klikken.
DOEL 4
Onze school communiceert transparant naar het schoolteam, de leerlingen én de ouders over de vereiste competenties (kennis, vaardigheden én attitudes)om een bepaalde studierichting te kiezen.
Reflectievragen
- Welke terminologie wordt gebruikt om te spreken over de 3 finaliteiten? (abstract – praktisch , hoog – laag)
Met betrekking tot het schoolteam:
- Op welke manier wordt actief gewerkt aan de beeldvorming dat elke finaliteit-domein even waardevol is?
- Hoe gaat de school om met de situatie waarbij een leerling voor een de dubbele finaliteit kiest, wanneer doorstroomfinaliteit ook haalbaar is?
- Hoe gaat de school om met de situatie waarbij een leerling voor een arbeidsmarkt finaliteit kiest, wanneer doorstroomfinaliteit ook haalbaar is?
Met betrekking tot de leerlingen:
- In welke mate worden voor leerlingen van de a-stroom en b-stroom gemeenschappelijke activiteiten voorzien?
- Hoe wil men als school omgaan met de situatie waarbij een leerling druk ervaart van zijn ouders om te kiezen voor een te abstracte studierichting?
Wil je graag inspirerende praktijken ontdekken? Klik dan op de knop hieronder.
DOEL 5
Onze school heeft een goed zicht op de thuissituatie van de leerlingen en neemt concrete acties om de impact van de thuissituatie op de onderwijsloopbaan van leerlingen te verkleinen.
Reflectievragen
- In welke mate heeft de school de ambitie om bij te dragen tot sociale mobiliteit (= verandering in sociale positie) van leerlingen?
- Op welke manier probeert de school een zicht te krijgen op de thuissituatie van de leerlingen?
- Op welke manier kan in kaart gebracht worden in hoeverre leerlingen ondersteuning krijgen thuis bij het maken en plannen van hun schoolwerk?
- Hoe kan de school actie ondernemen om de impact van de thuissituatie in rekening te brengen?
- Welke extra ondersteuning biedt de school aan leerlingen die van thuis uit minder begeleiding krijgen?
- In welke mate wordt er rekening gehouden met de impact van de thuissituatie op het gegeven studieadvies?
Wil je graag inspirerende praktijken ontdekken? Klik dan op de knop hieronder.
DOEL 6
Onze school sluit vooroordelen en stereotyperingen uit bij het toekennen van een oriënteringsadvies of attest.
Reflectievragen
- Welke strategie/werkwijze heeft de school om het risico op vooroordelen of stereotyperingen te vermijden (gender, thuistaal, etnisch-culturele minderheden,…)?
- Welke bewustwording is er in het team rond de eigen vooroordelen? Bijvoorbeeld lagere verwachtingen hebben van leerlingen van etnisch-culturele minderheden of lastiger gedrag bij jongens of…
- Welke ruimte is er in de klassenraad om in een open klimaat te spreken over de eigen stereotyperingen of vooroordelen die er zijn over bepaalde leerlingen?
Wil je graag inspirerende praktijken ontdekken? Klik dan op de knop hieronder.
Wil je inzicht krijgen in hoe stereotypen en vooroordelen ontstaan én hoe ze hardnekkig ons denken en handelen bepalen?
Kijk dan volgende 3 filmpjes van de universiteit van Nederland met professor Dr. Daniël Wigboldus.
Heb je diep vanbinnen discriminerende trekjes? Doe de test!
Waarom is het gevaarlijk om te denken dat je geen vooroordelen hebt?
Hoe kun je voorkomen dat je zelf discrimineert?